Epilepsie is een chronische, niet-overdraagbare hersenaandoening die kan voorkomen bij personen van elke leeftijd. Hieronder leest u meer over de belangrijkste soorten epileptische aanvallen, wat voor invloed ze hebben op patiënten en hoe epilepsie kan worden vastgesteld en behandeld.

Neuraxpharm biedt verschillende medicaties voor de behandeling van epilepsie alsmede noodmedicatie voor aanvallen. Nadat de arts heeft vastgesteld wat je nodig hebt, kan hij of zij het middel voorschrijven dat het beste aansluit op uw behoeften en aandoening.

Wat is epilepsie?

Epilepsie is een neurologische aandoening van de hersenen en het zenuwstelsel. Epilepsie wordt beschouwd als een ‘spectrumstoornis’ omdat er vele oorzaken en verschillende soorten aanvallen zijn en de ernst en impact kunnen variëren van persoon tot persoon, in combinatie met een reeks andere aandoeningen.

Personen met epilepsie hebben doorgaans regelmatig een aanval, die gepaard gaat met een enorm aantal symptomen, variërend van verstijving of wezenloos voor zich uit staren tot onbeheersbare schuddende of schokkende bewegingen.

Epileptische aanvallen beginnen in de hersenen en worden veroorzaakt door een verstoring van de elektrische activiteit in de hersenen. Andere soorten aanvallen, zoals aanvallen die worden veroorzaakt door een laag bloedsuikergehalte of hartproblemen, zijn geen epileptische aanvallen.

Wat zijn de belangrijkste soorten epilepsie?

Er bestaan vele soorten epilepsie, waaronder focale epilepsie, gegeneraliseerde epilepsie en een combinatie van gegeneraliseerde en focale epilepsie. Artsen onderzoeken de soorten aanvallen die zijn opgetreden en gaan na wat hiervan de oorzaak was, zodat ze het soort epilepsie kunnen bepalen.

  • Focale epilepsie: wanneer de aanvallen beginnen in één deel van de hersenen, zoals focale aanvallen met intacte gewaarwording en focale aanvallen met verminderde gewaarwording (zie hieronder voor meer uitleg over de verschillende soorten aanvallen).
  • Generaliseerde epilepsie: wanneer er sprake is van een serie gegeneraliseerde aanvallen, die in beide hersenhelften beginnen. Deze kunnen bestaan uit absences, myoclonische, atone, tonische en tonisch-clonische aanvallen.
  • Combinatie van generaliseerde en focale epilepsie: wanneer er zowel gegeneraliseerde als focale aanvallen optreden.

Er bestaan meer dan 40 verschillende soorten epileptische aanvallen. Bij sommige aanvallen blijft de patiënt bij bewustzijn, terwijl de patiënt bij andere aanvallen het bewustzijn verliest. Aanvallen kunnen leiden tot schuddende of schokkende bewegingen of ongewone gewaarwordingen. De belangrijkste soorten aanvallen en de symptomen van deze aanvallen worden uitbreid beschreven in de onderstaande paragraaf over symptomen.

Hoeveel mensen hebben epilepsie?

Epilepsie is een van de meest voorkomende neurologische aandoeningen (dat wil zeggen aandoeningen van het zenuwstelsel) in de wereld. Epilepsie kan voorkomen bij personen van elke leeftijd, ras en sociale klasse. Ongeveer 50 miljoen mensen over de hele wereld hebben deze aandoening, maar naar schatting zouden met de juiste diagnose en behandeling wel 70% van de personen met epilepsie zonder aanvallen door het leven kunnen gaan.

Symptomen

De voornaamste symptomen van epilepsie zijn epileptische aanvallen. Deze worden veroorzaakt door een plotselinge uitbarsting van elektrische activiteit in de hersenen, waardoor de hersenfunctie wordt verstoord en de normale signalen door elkaar heen gaan lopen. De aanvallen die iemand krijgt, zijn afhankelijk van het deel van de hersenen dat hierbij betrokken is.

Wat zijn de symptomen van epilepsie?

Het belangrijkste symptoom van epilepsie zijn terugkerende aanvallen – deze zijn vaak onvoorspelbaar en episodisch, wat betekent dat ze komen en gaan. Veel mensen vinden het echter nuttig om bij te houden wat er vóór elke aanval gebeurt, zodat ze een beter inzicht krijgen in de waarschuwingssignalen die typisch zijn voor hen.

De meeste mensen met epilepsie hebben aanvallen die kort duren (minder dan vijf minuten) en vanzelf ophouden. Maar soms kan een aanval langer dan vijf minuten duren, of kunnen er meerdere aanvallen plaatsvinden zonder een herstelperiode ertussen. Dit staat bekend als ‘status epilepticus’ en er kan noodhulp en/of medicatie nodig zijn om de aanval zo snel mogelijk te beëindigen.

Aanvallen worden ingedeeld in focale, die in één deel van de hersenen beginnen, en gegeneraliseerde, waarbij alle delen van de hersenen betrokken zijn.

Focale aanvallen

Focale aanvallen zijn meestal van korte duur, minder dan twee minuten.

  • Focale aanvallen zonder bewustzijnsverlies – ook bekend als ‘focale bewuste’ aanvallen, waarbij men zich bewust blijft van wat er om hen heen gebeurt en het bewustzijn niet verliest. De symptomen kunnen bestaan uit ongecontroleerde schokken van een arm of been, en zintuiglijke symptomen zoals een tintelend gevoel, duizeligheid en het zien van knipperende lichten.
  • Focale aanvallen met verminderd bewustzijn – tijdens deze aanvallen is het bewustzijn aangetast. Het lichaam heeft de neiging ongecontroleerde bewegingen te maken, zoals smakken met de lippen, armzwaaien en het maken van willekeurige geluiden, of men staart gewoon in de ruimte.

Gegeneraliseerde aanvallen

  • Tonisch-clonische aanvallen – dit zijn de aanvallen die typisch geassocieerd worden met epilepsie. Ze bestaan uit twee fasen, die meestal in totaal één tot drie minuten duren. Als de aanvallen vijf minuten aanhouden, is het belangrijk om medische hulp in te roepen. De eerste is de ’tonische’ fase, wanneer men het bewustzijn verliest, stijf wordt en op de grond valt. In het tweede (‘clonische’) stadium kunnen de ledematen herhaaldelijk schokken en kan de ademhaling worden beïnvloed, wat een blauwe zweem rond de mond kan veroorzaken. Soms bijt men op de tong of verliest men de controle over blaas en darmen.
  • Absence aanvallen – dit type aanval duurt meestal 10-15 seconden en treft vooral kinderen. De symptomen zijn knipperende oogleden, lichte schokken in het lichaam en staren in de ruimte alsof men aan het dagdromen is.
  • Myoclonische aanvallen – deze aanvallen zijn zeer kort, duren slechts een fractie van een seconde, zodat het bewustzijn over het algemeen niet wordt aangetast. Ze veroorzaken plotselinge schokken of stuiptrekkingen die een deel of het hele lichaam kunnen aantasten. Myoclonische aanvallen kunnen mild of heftiger zijn, zoals een elektrische schok.
  • Tonische aanvallen – afhankelijk van waar in de hersenen de aanval begint, spannen de spieren in één deel van het lichaam of in het hele lichaam zich aan, waardoor het lichaam stijf wordt. Als het gebeurt als de persoon staat, kan deze op de grond vallen. Deze aanvallen zijn kort en duren meestal minder dan 20 seconden.
  • Atonische aanvallen – deze duren slechts enkele seconden, maar hebben een sterk effect omdat ze alle spieren verslappen. Hierdoor kan men op de grond vallen, of het hoofd naar voren laten vallen en door de knieën zakken.
  • Clonische aanvallen – deze treffen meestal het gezicht, de nek en de armen en veroorzaken herhaalde, schokkende lichaamsbewegingen.

Wat zijn de fasen van epilepsie?

Epilepsie kent geen vaste fasen; het kan vrij plotseling opkomen en op elke leeftijd beginnen. Iedereen kan een enkele epileptische aanval krijgen; dit betekent niet noodzakelijk dat men epilepsie heeft.

Vaak is epilepsie een aandoening waar men levenslang rekening mee moet houden, hoewel sommige vormen van epilepsie een beperkte periode duren en de aanvallen uiteindelijk ophouden.

Wat zijn de vroege tekenen van epilepsie?

Gewoonlijk zijn aanvallen onvoorspelbaar, kort en episodisch, wat betekent dat ze komen en gaan, zodat het moeilijk kan zijn om te weten wanneer men ze kan verwachten.

De symptomen kunnen ook per persoon verschillen, dus het is een goed idee om een beeld te vormen van de waarschuwingssignalen die men bij een aanval krijgt, zodat men kan anticiperen en zich kan voorbereiden op een aanval. Waarschuwingssignalen kunnen zijn:

  • Vreemde gevoelens die moeilijk te beschrijven zijn
  • Ongewone geuren, smaken of gewaarwordingen
  • Ongebruikelijke ervaringen zoals een gevoel van onthechting en een ander lichaamsgevoel
  • Een verward gevoel
  • Vergeetachtigheid 
  • Schokkende bewegingen van een arm, been of het lichaam
  • Vallen of struikelen
  • Tintelingen en gevoelloosheid
  • Hoofdpijn
  • Een slaperig of zwak gevoel
  • Onverwacht de controle over blaas of stoelgang verliezen

Focale bewuste aanvallen worden soms “aura’s” genoemd en worden vaak gezien als een waarschuwing dat er een tonisch-clonische aanval op komst is. Het kan gaan om een gevoel van déjà vu (het gevoel dat je dit eerder hebt meegemaakt), het plotseling voelen van intense angst of vreugde, tintelingen in armen en benen, stijfheid of stuiptrekkingen in het lichaam, ongewone smaken of geuren en een ‘opkomend’ gevoel in de buik.

Oorzaken, risicofactoren en levensverwachting

De oorzaken van epilepsie zijn complex en niet altijd gemakkelijk vast te stellen, en vaak heeft epilepsie geen aanwijsbare oorzaken. Het kan het gevolg zijn van iemands genetica, een structurele verandering in de hersenen of andere onderliggende aandoeningen zoals hersentumoren en infectieziekten, zoals meningitis en virale encefalitis. Ook bepaalde gebeurtenissen kunnen de kans op epileptische aanvallen vergroten, zoals zuurstofgebrek in de hersenen van een baby tijdens de bevalling of hersenletsel door een ongeval of een beroerte.

Bij volwassenen met epilepsie is het risico om te sterven tot drie keer hoger dan in de algemene bevolking. Onderzoeken tonen aan dat de levensverwachting tot 10 jaar lager kan zijn wanneer de oorzaak van de epilepsie bekend is.

Wat veroorzaakt epilepsie?

Epilepsie kan verband houden met een genetische aanleg of veroorzaakt worden door een verandering in de hersenen. Dit kan hersenbeschadiging zijn veroorzaakt door:

  • Hersenletsel, vaak als gevolg van een auto-ongeluk of een ander traumatisch letsel.
  • Infectieziekten, zoals meningitis, AIDS en virale encefalitis.
  • Een beroerte of een hersentumor
  • Schade door misbruik van drugs of alcohol
  • Prenataal letsel, zoals zuurstoftekort tijdens de bevalling

Aanvallen kunnen willekeurig opkomen, maar veel mensen merken dat bepaalde factoren ze kunnen uitlokken, zoals slaapgebrek, stress, medicatie, drugs of alcohol, het missen van maaltijden, wakker worden, menstruatie en knipperende of flikkerende lichten. Deze factoren veroorzaken op zichzelf geen epilepsie, maar zijn wel veel voorkomende aanleidingen voor epileptische aanvallen.

Is epilepsie erfelijk?

Ongeveer een op de drie mensen met epilepsie heeft ook een familielid met de aandoening, wat erop wijst dat de oorzaak vaak erfelijk is. Veel mensen die ouders met epilepsie hebben, krijgen echter geen aanvallen en ontwikkelen zelf geen epilepsie. Het is soms ook een gevolg van een niet-erfelijke genetische neiging, veroorzaakt door een verandering in iemands genen, die kan optreden naarmate men ouder wordt.

Wie krijgt epilepsie?

Epilepsie kan bij iedereen op elk moment ontstaan, maar de diagnose wordt het vaakst gesteld bij kinderen en 65-plussers. Dit komt omdat er in deze levensfasen meer waarschijnlijke oorzaken zijn, zoals problemen bij de geboorte en infecties bij kinderen of beroertes bij ouderen.

Hoe lang kan men leven met epilepsie?

Als iemand eenmaal epilepsie heeft ontwikkeld, is het vaak een levenslange aandoening, hoewel er veel behandelingsmogelijkheden zijn om de aanvallen te verminderen of zelfs helemaal te stoppen.

Soms helpt medicatie mensen om een jaar of langer aanvalsvrij te blijven, voordat ze schijnbaar willekeurig weer een aanval krijgen. Dit staat bekend als een “doorbraakaanval” en kan om verschillende redenen gebeuren. Als iemand een doorbraakaanval krijgt, is het raadzaam medisch advies in te winnen voor het geval de behandeling moet worden aangepast.

Veel mensen blijven hun hele leven in behandeling, maar bij sommige mensen verdwijnen de aanvallen na verloop van tijd, waardoor ze kunnen stoppen met de medicatie. Als epilepsie zo verdwijnt, heet dat spontane remissie.

Diagnose

Mensen met een diagnose van epilepsie, hebben de neiging herhaalde aanvallen te krijgen die in de hersenen beginnen, dus artsen doen waarschijnlijk pas onderzoek als die persoon meer dan één aanval heeft gehad.

Een enkele aanval betekent niet dat iemand epilepsie heeft, maar als iemand een aanval heeft gehad, moet de persoon onmiddellijk met een huisarts of zorgverlener praten, zodat zij de oorzaak kunnen onderzoeken.

Eerst zullen de artsen nagaan of de aanvallen die de persoon ervaart al dan niet in de hersenen beginnen. Andere soorten aanvallen, zoals aanvallen veroorzaakt door een laag bloedsuikergehalte of hartproblemen, worden niet geassocieerd met epilepsie.

Als een arts denkt dat het epilepsie is, wordt men meestal doorverwezen naar een neuroloog, een arts die gespecialiseerd is in aandoeningen van de hersenen en zenuwen.

Hoe wordt de diagnose van epilepsie gesteld?

Er is niet één enkele test om de diagnose van epilepsie te stellen, dus het kan een langdurig proces zijn waarbij artsen een reeks gegevens bekijken om uit te zoeken wat de oorzaak van de aanvallen is. Vaak lijken de symptomen op andere aandoeningen zoals paniekaanvallen, migraine of flauwvallen, dus alle specifieke informatie die men kan geven over de aanvallen is nuttig.

Dit kan inhouden:

  • Beschrijven wanneer de aanval plaatsvond en wat men daarvoor deed
  • Alles opschrijven wat men zich kan herinneren over hoe men zich voor, tijdens en na de aanval voelde, zoals lichamelijke sensaties, emoties en of men alert bleef of niet.
  • Iemand meenemen die een van de aanvallen heeft meegemaakt of hen vragen aantekeningen te maken die ze aan de arts kunnen geven
  • Een video-opname maken van één van de aanvallen.

Testen om epilepsie te diagnosticeren

Zodra de arts een duidelijker beeld heeft van de aanvallen die de persoon ervaart, kan hij enkele tests voorstellen. Deze helpen hen om meer informatie te verzamelen voor een diagnose en om andere oorzaken uit te sluiten, maar de testen kunnen op zichzelf epilepsie niet bevestigen of uitsluiten.

De testen voor epilepsie omvatten:

  • Hersenscans – het belangrijkste type hersenscan is een MRI-scan. Dit maakt een beeld van de hersenen met behulp van magnetische velden waardoor artsen iets ongewoons kunnen ontdekken, zoals een hersenbeschadiging, littekens of een gezwel.
  • EEG – kort voor elektro-encefalogram, een EEG maakt gebruik van onschadelijke elektroden die op de hoofdhuid worden bevestigd. Deze registreren elektrische signalen van de hersenen op een computer en worden vervolgens geanalyseerd op ongewone hersenactiviteit.
  • Bloedonderzoek – artsen nemen met een injectiespuit een bloedmonster uit de arm. Zo kunnen ze zoeken naar andere mogelijke oorzaken voor de aanvallen, zoals een lage bloedsuikerspiegel of diabetes.
  • ECG – kort voor elektrocardiogram, een ECG kan ongewone activiteit in het hart detecteren via elektrische sensoren die op het lichaam zijn bevestigd. Deze zijn ongevaarlijk en doen geen pijn, en de resultaten kunnen helpen om uit te sluiten of de aanvallen verband houden met de werking van het hart.

Behandeling en medicatie

Als epilepsie wordt vastgesteld, zijn er verschillende behandelingen mogelijk, waaronder medicatie, chirurgie en stimulatiebehandelingen. Hoewel epilepsie doorgaans niet kan worden genezen, kunnen veel mensen met de juiste behandeling de aanvallen onder controle houden of zelfs helemaal voorkomen.

Hoe wordt epilepsie behandeld?

Behandelplannen worden afgestemd op het individu en zijn afhankelijk van de leeftijd, het soort aanvallen en eventuele andere medische aandoeningen. Men kan vragen een aanvalsdagboek bij te houden om de artsen een beter beeld te geven van de aanvallen wat kan helpen de beste behandeling te bepalen. Dit omvat eenvoudige informatie zoals:

  • Wanneer de aanvallen plaatsvinden
  • Hoe lang ze duren
  • Welke symptomen worden ervaren
  • Eventuele veranderingen in de dagelijkse routine, zoals andere medicatie of menstruatie

Medicatie

De meeste mensen met epilepsie nemen anti-epileptica om aanvallen onder controle te houden door de chemische niveaus in de hersenen te veranderen.

Anti-epileptica zijn effectief voor ongeveer zeven van de tien mensen met epilepsie. Als de eerste anti-epilepticum niet werkt, kunnen artsen alternatieven of een combinatie van verschillende soorten proberen om te vinden wat het beste werkt.

Epilepsiemedicatie bestaat in de vorm van capsules, vloeistoffen, tabletten en siropen en wordt gewoonlijk dagelijks ingenomen. Bijwerkingen van deze geneesmiddelen moeten altijd met een arts of apotheker worden besproken. De medicijnen tegen epilepsie kunnen ook andere medicijnen beïnvloeden en moeten daarom altijd door een arts worden voorgeschreven.

Als onlangs de diagnose epilepsie is gesteld, hebt je misschien veel vragen voordat je met de behandeling begint. Het is een goed idee om dit met de arts te bespreken - misschien wil je voor de afspraak enkele vragen noteren.

Hier zijn enkele voorbeelden van vragen die je kunt stellen over de behandeling:

  • Hoe werken de medicijnen?
  • Wanneer en hoe moet ik ze innemen?
  • Wat is de kans op bijwerkingen?
  • Heeft het invloed op aspecten van het dagelijks leven, zoals autorijden?
  • Kan het invloed hebben op andere medicijnen die ik gebruik?
Als je voor een kind met epilepsie zorgt, kun je ook aanvullende vragen hebben over hoe je het kind het beste kunt helpen, zoals:
  • Welke medische informatie moet ik delen met de school van mijn kind?
  • Hoe kan ik mijn kind helpen bij een aanval?

Chirurgische ingrepen

Wanneer anti-epileptica niet hebben geholpen om de aanvallen onder controle te krijgen, kan een operatie worden overwogen. Eerst wordt getest of de aanvallen worden veroorzaakt door een klein deel van de hersenen waar een operatie mogelijk is. Er zijn twee verschillende soorten operaties mogelijk:

  • Het verwijderen van een klein deel van de hersenen dat de aanvallen veroorzaakt.
  • Het verwijderen van een klein deel van de hersenen dat de aanvallen veroorzaakt.
Het ondergaan van een hersenoperatie is een grote beslissing en het is belangrijk om zeker te zijn voordat je het doet. De arts zal de procedure uitleggen en zorgen over het herstel en mogelijke bijwerkingen bespreken. Win zoveel mogelijk informatie in voordat je een beslissing neemt.

Interventie

Andere procedures die worden gebruikt om epilepsie te behandelen zijn onder meer nervus vagus stimulatie en diepe hersenstimulatie.

Bij nervus vagus stimulatie wordt een klein elektrisch apparaatje (zoals een pacemaker) onder de huid van de borstkas geïmplanteerd. Elektrische impulsen worden naar je hersenen gestuurd via de nervus vagus in je nek.

Het is onwaarschijnlijk dat nervus vagus stimulatie de aanvallen volledig zal stoppen, maar het kan de ernst en de frequentie ervan helpen verminderen door de elektrische signalen in de hersenen te veranderen. Het wordt vaak in combinatie met anti-epileptica gebruikt.

Diepe hersenstimulatie werkt op een vergelijkbare manier. Er worden elektroden geïmplanteerd in specifieke gebieden van de hersenen waar epileptische activiteit plaatsvindt om de elektrische signalen te veranderen en de aanvallen onder controle te krijgen. Dit is een betrekkelijk nieuwe procedure die momenteel alleen bij volwassenen wordt toegepast en er moet meer onderzoek worden gedaan om te begrijpen hoe doeltreffend het is.

Dieet

Een ketogeen dieet (ook bekend als keto of ketogene therapie) is een gespecialiseerd medisch dieet met veel vetten en weinig koolhydraten en eiwitten. Het wordt soms gebruikt om epilepsie te behandelen wanneer de aanvallen niet onder controle kunnen worden gehouden met anti-epileptica. Daarom wordt het vaker gebruikt om kinderen te behandelen, en het is aangetoond dat dit het aantal aanvallen bij sommige kinderen vermindert.

Het is belangrijk dat kinderen het ketogeen dieet alleen volgen onder strikt toezicht van een kinderarts of een kinderdiëtist die ervoor kan zorgen dat het dieet zorgvuldig gebalanceerd is.

Lichaamsbeweging

Voor mensen bij wie epilepsie kan worden uitgelokt door stress, kan lichaamsbeweging nuttig zijn naast andere behandelingen. Veel mensen vinden stress- en ontspanningstherapieën, zoals yoga en meditatie, nuttig.

Preventie

De oorzaken van epilepsie zijn zeer uiteenlopend, dus er is niet één enkele preventiemethode, maar er zijn enkele eenvoudige dingen die je kunt doen om de kans op het ontwikkelen ervan te verkleinen.

  • Neem veiligheidsmaatregelen, zoals het gebruik van veiligheidsgordels, autostoeltjes en fietshelmen om het risico op hoofdletsel te verminderen.
  • Eet een gezonde, evenwichtige voeding, vermijd roken en houd het alcoholgebruik laag om het risico op een beroerte te verminderen.

Voor mensen met epilepsie kan het bijhouden van een aanvalsdagboek een effectieve methode zijn om epilepsieaanvallen te voorkomen, omdat het kan helpen bij het opsporen van factoren die de kans op een aanval vergroten, zodat deze situaties in de toekomst vermeden kunnen worden.

Bepaalde veiligheidshulpmiddelen kunnen ook nuttig zijn bij het detecteren van de waarschuwingstekenen van een aanval, zoals aanvalsalarmsystemen die zaken als veranderingen in hartslag en temperatuur controleren en een waarschuwing sturen om iemand te laten weten dat jeu misschien hulp nodig hebt.

Wetenschappelijke onderzoeken

Hoewel veel mensen met epilepsie goed reageren op behandeling, heeft ongeveer 30% van de mensen ongecontroleerde aanvallen die niet reageren op medicatie. Daarom wordt er nog steeds veel onderzoek gedaan naar nieuwe behandelingen voor mensen met epilepsie.

Zo onderzoeken wetenschappers bijvoorbeeld waarom de genactiviteit bij mensen met epilepsie anders is en onderzoeken ze nieuwe moleculen die mogelijk tot nieuwe geneesmiddelen tegen epilepsie kunnen worden ontwikkeld. Deze bevindingen zouden cruciaal kunnen zijn voor het ontdekken van nieuwe medicijnen voor mensen van wie aanvallen niet reageren op de huidige behandelingen.

Sources

  1. Scheffer I, Berkovic S et al. ILAE classification of the epilepsies: Position paper of the ILAE Commission for Classification and Terminology. Epilepsia. 2017;58(4):512-521 doi:10.1111/epi.13709
  2. Neligan A, Sander JW. The incidence and prevalence of epilepsy. In: Rugg-Gunn FJ, Stapley HB, eds. Epilepsy 2017: from Bench to Bedside. 16th ed. International League Against Epilepsy (British Chapter); 2017:3-10.
  3. World Health Organization. Epilepsy. Accessed December 2020. https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/epilepsy
  4. England M J, Liverman C T, Schultz A M, Strawbridge L M, eds. Epilepsy Across the Spectrum. Institute of Medicine (US) Committee on the Public Health Dimensions of the Epilepsies. Washington DC. National Academies Press (US); 2012. Accessed December 2020. doi:10.17226/13379
  5. Tomson T, Forsgren L. Life expectancy in epilepsy. Lancet. 2005;365(9459):557-558. doi:10.1016/S0140-6736(05)17926-4
  6. Parras A, de Diego-Garcia L, Alves M et al. Polyadenylation of mRNA as a novel regulatory mechanism of gene expression in temporal lobe epilepsy. Brain. 2020;143(7):2139-2153. doi:10.1093/brain/awaa168
  7. Venø MT, Reschke CR, Morris G et al. A systems approach delivers a functional microRNA catalog and expanded targets for seizure suppression in temporal lobe epilepsy. Proc Natl Acad Sci U S A. 2020;117(27):15977-15988. doi:10.1073/pnas.1919313117
Vous pourriez être intéressé par...

Epilepsie

Een diagnose van epilepsie kan moeilijk zijn voor het hele gezin, vooral omdat veel ouders geen grondige kennis hebben van de aandoening en niet weten hoe ze hun kinderen kunnen helpen ermee om te gaan.

Epilepsie

Dit zijn aanvallen waarbij het kind even het bewustzijn verliest, een lege blik heeft en niet reageert op wat er om hem/haar heen gebeurt. De frequentie en de duur van deze aanvallen zijn onvoorspelbaar, wat ouders en familieleden zorgen baart.

Epilepsie

De meeste kinderen met epilepsie kunnen zonder noemenswaardige problemen naar een gewone school gaan en onderwijs volgen, mits er goede communicatie is tussen het gezin en de school.

Welkom terug

Om toegang te krijgen tot deze informatie moet u inloggen met uw gebruikersnaam.

Heb je geen account?Inschrijven