Angst is de natuurlijke reactie van het lichaam op een potentieel gevaarlijke of uitdagende situatie. Het is een gevoel van onbehagen, bezorgdheid, schrik of afschuw over iets dat te gebeuren staat. Het is volkomen normaal om je van tijd tot tijd angstig te voelen, en je kan er zelfs voordeel uit halen. Angst kan ons helpen ons voor te bereiden op specifieke situaties, zodat we opletten en alert blijven voor eventuele gevaren.
Sommige mensen vinden het echter moeilijk om hun angsten onder controle te houden. Een hoge mate van angst die lange tijd aanhoudt en de normale dagelijkse activiteiten beïnvloedt, kan betekenen dat je een angststoornis hebt.
Iedereen ervaart angst op een andere manier. Angststoornissen verschillen echter van normale gevoelens van nervositeit en stress, en gaan gepaard met overmatige angst of vrees.
Er wordt vaak gezegd dat angststoornissen bij het moderne leven horen, maar er is geen bewijs dat de prevalentiecijfers in de loop der jaren zijn veranderd.
Serotonine speelt een vitale rol in de hersenen, het bevordert gevoelens van welzijn en geluk, en helpt bij het denken, het geheugen, de slaap, de spijsvertering en de bloedsomloop.
Sommige mensen met angststoornissen hebben last van meer dan één angst- of psychiatrische stoornis tegelijk (bekend als ’comorbiditeit’). Zo kunnen de algemene angststoornis en PTSS gepaard gaan met andere psychiatrische aandoeningen, waaronder depressie of majeure depressieve stoornis, bipolaire stoornis en stoornis door middelengebruik.
Uit de statistieken blijkt dat angststoornissen over de hele wereld voorkomen. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat ongeveer 284 miljoen mensen (3,6% van de wereldbevolking) een angststoornis heeft of heeft gehad. Ongeveer 63% (179 miljoen) zijn vrouwen, tegenover 105 miljoen mannen1.
Volgens het Institute for Health Metrics and Evaluation (IHME)2 had meer dan een op de zes mensen (bijna 84 miljoen mensen) in de EU in 2016 een psychisch probleem. Binnen de hele EU is een angststoornis de meest voorkomende psychische stoornis: naar schatting lijden 25 miljoen mensen (5,4% van de bevolking) aan een angststoornis.
Iedereen ervaart angst op een andere manier. De fysieke en mentale reacties kunnen per persoon verschillen.
Het lichaam reageert op een bepaalde manier op angst, waarbij stresshormonen zoals adrenaline en cortisol vrijkomen. Deze hormonen brengen je in een staat van hoge alertheid, waarin hij of zij uitkijkt naar potentiële dreigingen, en activeren de vecht-of-vluchtreacties. Bijgevolg zijn enkele veel voorkomende symptomen van angststoornissen:
De mate van angst kan worden ingedeeld naar de hoeveelheid leed die wordt ervaren en de fysieke effecten op het lichaam. In het algemeen zijn er drie categorieën:
De eerste tekenen van een angststoornis zijn soms niet erg duidelijk en ontwikkelen zich vaak langzaam in de loop der tijd. De symptomen verschillen van persoon tot persoon. Een van de meest voorkomende vroege tekenen van een angststoornis is overmatig piekeren over alledaagse situaties. De symptomen beginnen soms in de kinder- of tienerjaren en houden aan tot op volwassen leeftijd.
Veel verschillende situaties of ervaringen kunnen angstgevoelens veroorzaken. Het kan soms een uitdaging zijn om te weten wat de oorzaak van de die gevoelens is, en dit kan leiden tot nog meer stress of onrust.
Moeilijke of traumatische gebeurtenissen uit het verleden – in de kindertijd, als tiener of op volwassen leeftijd – veroorzaken vaak angstproblemen. Enkele veel voorkomende voorbeelden die tot angstproblemen kunnen leiden, zijn:
Huidige kwesties of levensproblemen kunnen ook tot angst leiden, zoals:
Soms hebben mensen onderliggende medische problemen die hun mate van angst kunnen beïnvloeden. Voorbeelden van medische aandoeningen die gepaard gan met gevoelens van angst zijn:
Bepaalde medicatie kan ook angstgevoelens opwekken, waaronder psychiatrische medicatie, sommige medicijnen die worden gebruikt om bepaalde fysieke aandoeningen te behandelen, evenals uitgaansdrugs en alcohol.
Uit onderzoek blijkt dat wanneer een naast familielid angstproblemen heeft, de kans groter kan zijn dat je problemen met angst ervaart3. Er is meer onderzoek nodig om te begrijpen of genetische factoren ertoe bijdragen dat iemand angst ontwikkelt, of dat sommige mensen vatbaarder zijn voor het ontwikkelen van angst vanwege het gedrag dat zij tijdens hun jeugd van ouders en familieleden hebben geleerd.
Angst is op zich geen levensbedreigende aandoening. Uit onderzoek gepubliceerd in The British Journal of Psychiatry blijkt echter dat angststoornissen het risico op overlijden (mortaliteit) aanzienlijk kunnen verhogen5. Comorbiditeit (wanneer twee stoornissen tegelijkertijd worden ervaren) van angststoornissen en depressie speelt een essentiële rol bij het verhoogde sterfterisico.
Een angststoornis is geen eenvoudige diagnose; soms is het voor artsen moeilijk om vast te stellen of iemand een angststoornis heeft of een depressie met angst als symptoom6.
Om een correcte diagnose van een angststoornis te kunnen stellen, moet een arts bepaalde lichamelijke ziekten uitsluiten die de symptomen kunnen veroorzaken. Een arts kan vragen stellen over:
Het kan moeilijk zijn om met een arts te praten over emoties, gevoelens en persoonlijke zaken. Toch moet de arts de symptomen en omstandigheden begrijpen om een juiste diagnose te kunnen stellen.
Om de diagnose te helpen stellen, kan de arts ook een lichamelijk onderzoek doen en een aantal bloedtesten uitvoeren om aandoeningen als bloedarmoede (ijzertekort) of een overactieve schildklier uit te sluiten.
Er zijn geen laboratoriumtesten om een angststoornis vast te stellen. Als een arts geen medische reden kan vinden voor bepaalde fysieke en mentale symptomen, kan hij of zij je doorverwijzen naar een specialist in mentale gezondheid, zoals een psychiater of psycholoog.
Een psycholoog zal verdere vragen stellen over symptomen, gevoelens en emoties, en een klinische beoordeling maken met behulp van vragenlijsten om de mate van je angst te meten. Enkele voorbeelden van vragenlijsten voor angstbeoordeling zijn de Hamilton anxiety rating scale (HAM-A), of de Beck Anxiety Inventory (BAI), die de ernst van de angst bij volwassenen en adolescenten meet.
Behandelingen en medicatie tegen angst kunnen de symptomen verlichten en het leven met de aandoening vergemakkelijken.
Bij angststoornissen kunnen verschillende therapieën en geneesmiddelen helpen. Mensen met een angststoornis kunnen het meest gebaat zijn bij een combinatie van therapie en geneesmiddelen om hun symptomen onder controle te houden.
Artsen gebruiken verschillende geneesmiddelen om je te helpen je angstsymptomen onder controle te houden. Medicatie zou echter niet de enige behandelingsoptie mogen zijn die wordt aangeboden. In plaats daarvan moeten artsen vaak met anderen samenwerken om de juiste medicatie, dosering en therapie te vinden die het best werkt.
Sommige medicatie wordt alleen op korte termijn gebruikt, terwijl andere voor langere tijd kunnen worden voorgeschreven.
Afhankelijk van je symptomen kan medicatie de fysieke symptomen van angst en de psychologische effecten behandelen.
Enkele van de meest voorgeschreven geneesmiddelen om een angststoornis te behandelen, zijn:
Verschillende psychologische therapieën (psychotherapie) kunnen nuttig zijn bij de behandeling van angststoornissen, waaronder:
Het is van essentieel belang dat als angst je dagelijkse leven beïnvloedt, je tijdig medisch advies inwint om te voorkomen dat de toestand verergert.
Als je aan een vermoedelijke angststoornis lijdt, is het belangrijk dat er eerst een psychologische behandeling wordt voorgesteld.
Een gekwalificeerde psychisch hulpverlener met kennis van de effectieve behandeling van angsten zal helpen bij het aanleren van cruciale strategieën om met je angststoornis om te gaan.
Mensen met een angststoornis moeten proberen regelmatig, gezond en evenwichtig te eten. Het is ook van essentieel belang regelmatig te eten en geen maaltijden over te slaan, want dat kan leiden tot een daling van de bloedsuikerspiegel, waardoor je je ‘zenuwachtig’ of gespannen voelt en de onderliggende angst verergert7.
Het eten van voedsel dat rijk is aan complexe koolhydraten, zoals volkorengranen - bijvoorbeeld havermout, quinoa en volkorenbrood en -granen - zou de hoeveelheid serotonine in de hersenen verhogen, wat een kalmerend effect heeft.
Alcohol en cafeïne moeten worden beperkt of vermeden. Beide kunnen je op scherp stellen of nerveus maken en je slaappatroon verstoren.
Mensen met een angststoornis kunnen erg gebaat zijn bij lichaamsbeweging. Hierdoor worden chemische stoffen in de hersenen geproduceerd, endorfine genaamd, die fungeren als natuurlijke pijnstillers en je slaapvermogen verbeteren, wat leidt tot minder stress en angst.
Wetenschappers hebben ontdekt dat regelmatige lichaamsbeweging het spanningsniveau kan verlagen, je humeur kan verbeteren en stabiliseren, je slaap kan verbeteren en je zelfbeeld kan vergroten. Slechts vijf minuten aërobe oefeningen kunnen een angstdempend effect hebben1.
Elke lichamelijke oefening kan angst helpen verminderen, maar onderzoekers zeggen dat aërobe oefeningen die de hartslag omhoog brengen het gunstigst zijn2. Enkele aërobe oefeningen die kunnen helpen bij het beheersen van angst zijn:
Er is geen manier om nauwkeurig te voorspellen waardoor je problemen met angst ontwikkelt. Er kunnen echter stappen worden ondernomen om de gevolgen van daarmee samenhangende symptomen te verminderen:
Onderzoek naar angst, de mogelijke risico’s voor het ontwikkelen van angststoornissen en doeltreffende behandelingsmogelijkheden loopt verder. Er is een aanzienlijke vooruitgang geboekt wat betreft het begrijpen van de delen van de hersenen die betrokken zijn bij het ervaren van angst en vrees. Wetenschappers hebben bijvoorbeeld ontdekt dat de amygdala betrokken lijkt te zijn bij de verwerking en aansturing van emoties zoals angst, gevaar en veiligheid. Mensen met angststoornissen lijken een meer reactieve amygdala te hebben10.
In een ander kritisch onderzoek is nagegaan hoe een receptor die betrokken is bij het beloningssysteem van de hersenen een doelwit kan zijn voor de behandeling van anhedonie (gebrek aan plezier), een symptoom van verschillende angststoornissen. Het onderzoek heeft belangrijke implicaties voor de ontwikkeling van medicatie om zich te richten op specifieke gebieden van de hersenen en zal hopelijk leiden tot meer informatieve klinische proeven in de toekomst11.
Een gebied dat aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt is de rol van genetica in verschillende ziekten en aandoeningen. Momenteel wordt onderzocht hoe genen en omgevingen samen een rol kunnen spelen om bij te dragen tot de ontwikkeling van angststoornissen. Een kind met een genetische aanleg om verlegen en gevoelig te zijn, kan bijvoorbeeld een doelwit worden van pestkoppen. Op zijn beurt kan gepest worden (een omgevingsfactor) de mate van angst verhogen12.
Onderzoek naar wat er mogelijk is om angst te behandelen loopt verder, omdat de beschikbare medicatie om mensen met angststoornissen te helpen in de loop der jaren niet veel is veranderd. Wetenschappers werken nu aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen die de huidige anti-angstmiddelen, die niet bij alle patiënten doeltreffend zijn, kunnen vervangen. Van sommige geneesmiddelen is bekend dat ze potentiële bijwerkingen en veiligheidsproblemen hebben (bijvoorbeeld het risico van misbruik en afhankelijkheid)13.
In de wetenschappelijke gemeenschap heerst echter optimisme dat er binnenkort meer vooruitgang wordt geboekt. De toekomstige behandeling van angst zal er heel anders uitzien dan de huidige behandelingen.
CZS
Neuraxpharm
Contacteer ons
Word lid van onze mailinglijst
Ontvang de laatste updates van de Neuraxpharm blog.
Om toegang te krijgen tot deze informatie moet u inloggen met uw gebruikersnaam.
Geen account? Registreren